donderdag 30 juli 2009

als een kameleon door Italia

Hoe het komt weet ik niet, maar als ik eenmaal de grens over ben irriteer ik me mateloos aan mijn medelanders. Alle parkeerplaatsen in Duitsland langs de snelweg lijken gekoloniseerd door gele nummerborden al dan niet met caracan er achter. De pickniktafels zijn gevuld met potten pindakaas en groezelige thermoskannen die uit de sportkantine lijken te zijn gejat. Voor de sympathieke Duiters is er geen plek meet en zal het verderop moeten proberen (veel succes!). Ook benzinestations vind ik over het algemeen een verzoeking: Gillende blonde jongens en meisjes stuiteren heen en weer en raken achteloos omstanders. Het liefst zou ik deze slachtoffers van het kaas koppen-terrorisme aanspreken en vervolgens in het vloeiend Duits mijn excuses aanbieden, uitleggen dat niet alle Nederlanders zou zijn om hem of haar vervolgens bij mij thuis uit te nodigen om dat ook echt te bewijzen.

Als je eenmaal je bestemming bereikt hebt -een prachtig hotel aan het Como meer- blijk je nog steeds niet ontsnapt. "heb je voor mij ook een handdoek" vraagt (lees: schreeuwt!) een medelander in de uiterst rechtse hoek van het restaurant aan een soortgenoot in de uiterste linkerhoek. Weer zou ik het liefst opstaan, een rondje limoncello geven en een Italiaanse opera ten gehore brengen.

Ik lijk denk ik schrikbarend veel op een kameleon. Ik probeer me in elk land me aan te passen aan de plaatselijke cultuur. Als ze in Italia geen cappuccino drinken na elf uur bestel ik een espresso tegen twaalven. Als alle Italianen prachtig gekleed over straat lopen voel ik me ook prettiger in een overhemd dan in een korte broek met slipperrs. Ik bedacht me laatst dat ik het liefst een James Bond-achtige auto zou willen waarvan het nummerbord zou veranderen als ik in een ander land, ja zelfs in een andere streek (een CO voor Como en een MI voor Milaan) kom. Ik probeer uiteraard ook een paar woordjes Italiaans te spreken dat ik uit mijn "italiaans voor dummies" haal. Het liefst had ik op de kaft gezien "Italiano per localo".

Maar als ik erover nadenk is het ook allemaal onzin. Mijn droom dat ik met mijn 1.95, blonde haren, blauwe ogen en tien woordjes Italiaans ooit aangezien zal worden voor Italiaan is volstrekt naief. Maar net zo min als dat je van goed geintegreerde allochtonen kunt verwachten dat zij excues maken voor "het kleine beetje dat het voor de rest verziekt", kan ik het restaurant moeilijk gaan trakteren.

Maar als ik er nog een nachtje over slaap (beperkte internettoegang heeft ook zijn voordelen) bedenk ik me dat Nederland misschien zo slecht nog niet is. De koffie is niet te drinken, de temperaturen liggen eerder bij de -30 dan 30 graden en de schoonheid van de (meeste) vrouwen haalt het niet bij die van de Italiaanse collegi (mijn beeldschone blog-lezeressen zijn natuurlijk de uitzondering op de regel). Maar dat liever dan een land dat stemt op go go-dancers voor het Europees parlement en een bejaarde maffiabaas met pedofiele voorkeur als premier heeft. Nederlanders zijn misschien best oke zolang ze maar, zodra ik de grens over ben, maar in een straal van 25 kilometer uit mijn buurt blijven.

zaterdag 25 juli 2009

7500 oranje vlinders door central park, alleen als je het echt, echt wil!


In 1983 zou het er moeten staan: 7500 stalen oranje poorten met even buddha-oranje banieren moesten als oranje aderen dwars door central park - het groene hart van New York - het straatarme Harlem verbinden met het steenrijke Downtown.

Christo (onder meer bekend van het inpakken van de pont neuf in Parijs) was de chirurg annex kunstenaar die dit bloed wilde laten stromen. Maar dit leidde niet alleen tot groot verzet van de Medisch-ethische toetsingscommissie ('the central park committee'), de hele stad viel erover: 'onze natuur wordt vernietigd', 'waarom verven we de eendjes ook niet gelijk geel?', 'de kunstenaar doet dit uit puur commercieel gewin en verspilt overheidsgeld'. Feit was dat de poorten er maar twee weken zouden staan in het kunstmatig aangelegde park en dat Christo alles uit eigen zak zou betalen.

1983 bleek onhaalbaar en ook 1990 was niet realistisch.
2005! werd het jaar waarin het moest gebeuren. Niet dat 'the central park committee' het er nu wel mee eens was, maar na 25 jaar felle discussies hesen zij de witte vlag.

32 kilometer lang werd er in januari om de paar meter een oranje poort neergezet. Het oranje doek wat er onder moest wapperen was nog ingevouwen en kon in een beweging geopend worden. Nog steed konden de poorten niet rekenen op enthousiaste reacties van de park-bezoekers: 'het is net alsof iemand in mijn tuin heeft gepoept'.

Op 12 februari 2005 werd door major Bloomberg en de inmiddels bejaarde Christo het eerste doek ontvouwen in het bijzijn van de wereldpers die in de afgelopen 25 jaar van het project had gehoord. In de twee uur daarna gingen stuk voor stuk alle coconnen open en kwamen er prachtige fladderende oranje vlinders te voorschijn. En zoals de rupsen veranderden in vlinders, zo veranderde het publiek van cynisch, emotioneel en agressief naar vriendelijk, complimenteus, ja zelfs dankbaaar. Het park was nog nooit zo druk bezocht als in deze koude wintermaand.

na 25 jaar tegen de wind in zeilen werd hij gelauwerd en gesmeekt of het niet nog een weekje mocht bijven staan. Maar Christo ging niet op de smeekbedes in en alle oranje poorten, driekwart van het staal dat in de Eiffel toren is gebruikt, werden afgebroken. In Maart lag het park er weer onaangeraakt bij.

Als je echt, echt, echt wil dan moet je jezelf niet uit het veld laten slaan door zuurpruimen en kortzichtigen, maar doorvaren totdat je je bestemming hebt bereikt en je zult zien dat de grootste cynici juichend vooraan zullen staan om je te verwelkomen. Vlinders zullen ontpoppen, ook al duurt dat misschien 25 jaar.

deze blog schrijf ik vanuit De Koog (het Mallorca op Texel). Morgen vertrek ik naar Italie (de twee puntjes op de 'e' doen het niet op dit plakkerige toetsenbord), daar zal de internet-dichtheid een stuk kleiner zijn. Maar ik hoop toch nog een of twee berichtjes achter te laten. Tot snel!

donderdag 16 juli 2009

My baby is naar Ipswich

Drie maanden waren we gelukkig samen. We waren als twee handen op een buik, als was in elkaars handen, als yin en yang. Kortom zij was de ware voor mij, ze vulde me aan als ik het even niet wist, stond altijd voor me klaar, ze leerde me nieuwe werelden kennen, opende mijn ogen en was ook nog eens beeldschoon.
Een week geleden echter ging het helemaal mis: toen we samen naar muziek aan het luisteren waren, dat doen we wel vaker, knapte er één stemband. Alleen nog wat gekraak kwam eruit één kant. Sindsdien gaat het bergafwaarts tussen ons en sindsdien zitten we op totaal andere golflengtes en lijkt het alsof ik rood en zij blauw mooier vindt. Ik hou van de stad, zij van het platteland. Ik hou van jazz en zij van metal. Terwijl zij Mc Cain steunde was ik voor Obama. Zilver/goud. Ferrari/ lamborghini. Goed/ fout. Boos/blij. Ham/kaas. Licht/donker.
Als ik ‘A’ zei was haar antwoord ‘B’. Op een gegeven moment moet je toch de knoop doorhakken en realiseren dat het zo niet langer kan. Maar als ik weer terugdacht aan die tijd dat het leven zin had besefte ik dat ik het nog maar een kans moest geven. Ik belde haar vader, legde het probleem uit en hij stuurde iemand die haar naar Ipswich (UK) zou brengen. Een paar dagen Ipswich zou haar goed doen, zo legde hij me uit en ik hoefde me geen zorgen meer te maken. Alles zou goed komen.
De volgende dag werd er om kwart voor vier aangebeld. Een man in rood en geel stond voor de deur klaar met de doos waarin ze vervoerd zou worden. De doos was uiteraard gevoerd met schuim zodat ze niet nog meer beschadigd zou raken onderweg. Ik pakte haar voorzichtig op en legde haar in de doos. Ik tekende en de doos ging dicht. Onder zijn arm verdween ze, vurig hoopte ik dat alles goed zou komen. Vanochtend kreeg ik een sms-je dat ze veilig is aangekomen:
Uw VAIO is in het diagnosecentrum aangekomen.
U krijgt een volgend bericht eenmaal uw VAIO
Geserviced is. Naar verwachting binnen 5 werkdagen.
SONY Service.

dinsdag 14 juli 2009

2,4,6,8,9,10…… maar geen nummer 40

Aan beide kanten van de Naritaweg lijkt een verkeersbord te staan met de tekst ‘alleen toegestaan voor instructieauto’s’. De ene rijschool na de anderen rijdt voorbij met zenuwachtige kandidaten aan het stuur en minstens net zo zenuwachtige instructeurs daarnaast. Maar na even mijn anwb-boekje doorgebladerd te hebben ontdekte ik dat dergelijk verkeersbord helemaal niet bestond. Na een stukje doorfietsen kwam ik erachter waarom de Naritaweg overspoeld wordt door ‘blauwe L-en’: Het is het domein van het CBR (Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen). Natuurlijk was ook ik niet zomaar toevallig in de buurt, maar kwam ik mijn theorie examen maken. Nadat ik mijn ID en pasfoto had ingeleverd bracht ik een bezoek aan het toilet. Er hing een geur van zenuwachtigheid en spanning. Ik verliet de wc direct weer.
Het examen bestaat uit drie delen: gevaarherkenning, wet- en regelgeving en inzicht. Het eerste deel bestaat uit 25 vragen waarin je in de huid van de automobilist kruipt en moet aangeven wat je bij een getoond verkeerssituatie zou doen: remmen, gas loslaten of niets. Het probleem is dat zo’n stilstaande foto heel moeilijk is in te schatten. Daarom mag je er van die 25 er ook dertien keer naast zitten.
Het tweede en derde deel (in totaal 40 vragen) wordt wat strenger berekend en daarbij ben je pas geslaagd als je 35 vragen goed hebt beantwoord. Het niveau van de vragen is heel verschillend. Van ‘Hoe hard mag je hier rijden’ (terwijl er een joekel van een bord, met rode rand en een zwarte 70 erin, staat) tot ‘wat is de maximale toegestane hoeveelheid alcohol voor een beginnend bestuurder in microgram per liter? (88).
Na alles ingevuld te hebben moesten we tien minuten wachten en beklaagde een vrouw zich naast me dat ze steeds op de wis-knop had gedrukt als ze een antwoord wilde geven. Eerst worden de stoelnummers naar voren geroep die het helaas niet gehaald hadden. Ik had stoelnummer 40, het laatste nummer dat ze eventueel zou kunnen oproepen. 2,4,6,8,9,10,12,13,15,16,17,18,19,23,25,27,28,29,33,34,37(de vrouw die naast me zat). Al deze tafels hadden het niet gehaald en werden veel succes gewenst voor de volgende keer. Nog steeds niet helemaal zeker of ik het gehaald had, of dat ze vergeten was mijn nummer op te roepen liep ik naar voren. Toen ik mijn chagerijnige pasfoto op het ‘theoriecertificaat’ zag prijken was ik zo opgelucht en voor de twee keer in een maand tijd geslaagd.

zondag 12 juli 2009

pasta a la sprinkhaan

ingrediënten:
pasta (tagliatelle)
bosui
basilicum
grotchampignons
gevriesdroogde sprinkhanen (van de kweker)
evt. madeira of cognac.
saus:
Room met fijngesneden prei en bieslook. Iets in laten koken.
Bereiding:
Kook de pasta beetgaar.
Week de sprinkhanen in water, madeira of cognac.
Snijd de bosui, basilicum en champignons in stukken.
Laat de sprinkhanen uitlekken.
Bak in olie de bosui en de champignons op middelhoog vuur, en voeg daarna de sprinkhanen toe.
Voeg de basilicum toe.
Schep de pasta bij het mengsel in de koekenpan.
Doe er vervolgens de saus bij. Opdienen met een blaadje basilicum.

Als het aan minister Gerda Verburg (landbouw natuur en voedselkwaliteit) ligt staat dit voortaan op de Nederlandse kaart. En dat is helemaal geen straf volgens de kenners: het is knapperig en toch sappig en heeft een licht nootachtige smaak. En het is niet alleen culinair verantwoord, maar ook nog – hoe kan het ook anders – DUURZAAM! Want deze eiwitbommen eten slechts 2,1 kilo gewassen in ruil voor één kilo mals sprinkhanenbiefstuk. Dat is heel efficiënt als je bedenkt dat een koe 8 kilo gras moet eten voor één kilo tournedos of ossenhaas.
Nu Obama afgelopen week Afrika heeft opgeroepen om ook het heft in eigen hand te nemen (en niet alleen afhankelijk te zijn van westerse ontwikkelingshulp) is dit het recept als het continent weer geteisterd wordt door sprinkhanenplagen die alle gewassen kaal eten. Geen dure pesticiden, maar gevulde magen.

Het recept voor ‘tasty bug pie’ (ook heel lekker!) is te vinden op www.bugsplaza.nl

zondag 5 juli 2009

het leven lacht me toe

Het leven is hard.
Ergens in de komende weken zullen de accounts van alle geslaagde of vertrekkende leerlingen worden opgeheven.
Wil je dus nog mails oid bewaren wees daar dan op tijd bij.


Remko Winnubst
Systeembeheer
Ignatiusgymnasium Amsterdam
020-6763868

Twee dagen na de uitreiking van de diploma’s en de formele onafhankelijkheidsverklaring (mooi woord voor galgje) tref ik bovenstaand mailtje aan in mijn inbox. Hieronder mijn antwoord:

Beste Remko Winnubst,

ik heb afgelopen donderdag mijn diploma in ontvangst genomen en afscheid genomen van (bijna) alle leraren, leerlingen en medewerkers van de school waar ik 6 geweldige jaren heb gehad.

Ik heb ontzettend goede vrienden, er komt een prachtige zomer aan, ik ga de wijde wereld verkennen, ik heb geweldige ouders, een leuke broer, ik heb twee grootouders die nog gezond zijn en die ik vaak zie, ik maak muziek, het zonnetje schijnt, ik ga naar feestjes, een lieve kat (alhoewel hij soms tegen de fietsen pist), net een ticket geboekt naar San Francisco voor komend jaar.
Het leven is niet hard, het lacht me toe (ook zonder igmail) en ik wens u dat ook toe.
het ga u goed!
Pieter van Exter

zaterdag 4 juli 2009

Terminale jess in de polder

Op station Heerhugowaard werden Pyke en ik opgehaald door een volkswagen golf met knallende uitlaat, supersize speakers en slam fm. Scheurend door Kroggenland en Schermer (dat zijn gemeentes) bracht hij ons naar het Mijzen festival, midden in de polder, georganiseerd door de beroemde Nederlandse pianist, Kees Wieringa. De laatste keer was het festival groots aangepakt met megatenten en videoschermen, en daarom waren we natuurlijk gelijk enthousiast toen Kees ons vroeg te komen spelen. Dit jaar was het wat meer low key (geen subsidie) en bleek er alleen een voorstelling te zijn en wij die in een schuur mochten spelen naast de bar, ook leuk.
Maar Boer Siem, de tandeloze eigenaar van het boerenbedrijf, vertelde ons, behalve dat hij ruzie heeft gemaakt met een minister van Suriname en dat hij gek was op de Surinaamse dames, dat ze hier niet zo gek waren op Blues en Jezz. Dat was voor de Bobo’s. zij hadden liever Jantje Smit. Nadat ik hem duidelijk gemaakt had dat ik liever in Kroggenland zou willen wonen dan Jantje Smit spelen (dat zei ik helaas niet echt), begonnen we met onze bobomuziek die uitgerekend door slaven is uitgevonden.
Na drie kwartier ons genegeerd te hebben, had het honderd koppen tellende Ursemse publiek er genoeg van en schoven zij een ‘beroemde’ pianiste naar voren om hen te verlossen van de bobo’s uit Amsterdam. ‘hoe komt het dat jullie jess spelen?’ vroeg ze alsof ze dacht dat wij door een zeldzame tropische, doch terminale ziekte veroordeeld waren tot het spelen van ‘jess’. ‘zijn jullie van het conservatorium, of zo?’ was haar tweede vraag die moest verklaren waar we deze nare ziekte opgelopen hadden.
Nadat de ‘beroemde’ pianiste ‘aan die Amsterdamse grachten’ had gespeeld (kennelijk wist zij en het publiek niet dat de grachten van Amsterdam vol zitten met elitaire jazzliefhebbers.) vluchtten wij naar de veilige elitaire hoofdstad.

woensdag 1 juli 2009

De aller allerlaatste keer

De laatste les wiskunde, de laatste grote pauze, het laatste schoolexamen, de laatste muziekles, de laatste vieze koffie, de laatste fietstocht naar school, het laatste eindexamen, de laatste keer Mallorca, de laatste fietstocht weer naar huis, de laatste keer op het roosterbord kijken, de laatste keer als reflex op het roosterbord kijken terwijl je daar niks meer mee van doen hebt, de laatste keer school….
De afgelopen weken zijn heel veel dingen, die je de afgelopen zes jaar als vanzelfsprekend beschouwde en elke dag op rekende, voor het laatst. De afgelopen weken heb ik dat uitbundig gevierd. Maar nu het laatste schoolfeest en mijn laatste (en tevens eerste) diploma dichterbij komen besef ik me ook dat ik het heel erg ga missen.